Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [71]vraagde Saul God: Zal ik aftrekken de Filistijnen na? Zult Gij ze in de hand van Israel overgeven? Doch [72]Hij antwoordde hem niet te dien dage. 71. Te weten, door den hogepriester. 72. Dit was een teken dat God op hem vertoornd was; zie dergelijk exempel hfdst.28 vs.6. De Heere was gram, niet op Jonathan, maar op Saul, omdat hij zulk een dwazen en onvoorzichtigen eed gedaan en het volk afgenomen had.